Na Medellin zijn we de drukte van de stad wel weer even zat.
Ten zuiden van Medellin ligt de koffie regio van Colombia in een bergachtig en
groen gebied. Koele temperaturen, prachtige valleien om te wandelen en goede
koffie...wat willen we nog meer?! De bus brengt ons naar het kleine bergdorp
Salento. Het dorp ligt op 1900 meter hoogte en kijkt uit over de omringende
bergen en dalen. Het is Halloween. Nog een teken dat het land zich snel
ontwikkelt, Halloween wordt hier groots gevierd. In winkels in Santa Marta en
Medellin zagen we de spinnenwebben al hangen. En hier in Salento is het groot
feest. Iedereen loopt verkleed op straat, kinderen in de meest uiteenlopende
kostuums van cowboy tot prinses, van vlinder tot batman. In de idyllische
straatjes met huisjes in koloniale stijl wordt live muziek gemaakt. Op het kerkplein staan de
verschillende eetkraampjes met op het menu lokaal gekweekte zalmforel. Omdat
het bergwater hier koel genoeg is, kunnen er forellen leven. Yummy. Salento is
ook onder Colombianen een populaire toeristische bestemming. We genieten van
het straatfeest en de gezellige drukte.
In de middag, als het gaat regenen (het is nog steeds
regenseizoen), kruipen we tegen elkaar aan in bed. We verblijven in een
backpackershostel en hebben voor 12,50 per nacht een eigen kamer in een
bamboehutje. Terwijl de regen op de golfplaten tikt en de temperatuur daalt
naar onder de 15 graden, kruipen wij onder de wollen dekens tegen elkaar aan.
De voeten bij elkaar opwarmend, lekker knus. Hier genieten we van zolang het
kan. Op de boot zijn we immers blij als we in één bed kunnen liggen, zo warm...
Als de regen stopt, lopen we naar onze stamkroeg, waar de eigenaar live zingt,
en drinken een lokale variant op glühwein genaamd Canelazo. We zijn volledig
in ons element. Even afwisseling van de boot, van de warmte en van onze
levensstijl. Het backpacken voelt vertrouwd en voor we het in de gaten hebben,
mengen we ons tussen de backpackers. Samen koken, tafeltennissen of gewoon
ouwhoeren. "Hoe lang ben jij al op reis? Waar kom je vandaan? Wat is je
volgende bestemming?" Dat zijn de standaard openingsvragen tussen
backpackers. Ze kijken ons dan toch even raar aan als we deze vragen
beantwoorden met "17 maanden", "vanuit Nederland met onze
zeilboot" en "San Blas". Toch mogen we ons niet helemaal
backpackers noemen. In plaats van de nachtbus om hostelkosten uit te sparen,
nemen wij toch liever het vliegtuig. Luxepaarden.
En over paarden gesproken, we maken een rit op een paard
naar een koffieboerderij. Leons eerste rijervaring op een paard in 25 jaar. In
eerste instantie twijfelt hij om op te stappen, maar voordat hij het weet,
zit hij er eigenlijk al op. Zoals een goede vrouw beaamt, coach ik hem erdoor heen.
De eerste meters zijn meteen een steil paadje op. "Gewicht naar voren,
houd je vast aan het zadel, laat het paard het werk doen. Goed zo liefie!"
Al snel vindt hij het heerlijk. We genieten van de aanblik van de bergen om ons
heen en de heldere ochtendlucht. Het zal niet lang duren voor de hemel weer
betrekt. Op de traditionele koffieboerderij krijgen we een rondleiding. De
Arabica boon groeit het beste hier op de gematigde hoogtes in Colombia. We
leren hoe de bonen geoogst en geprepareerd worden. We weten nu waarom koffie
soms bitter is en wat het verschil is met koffie uit bijvoorbeeld Brazilië. Als
afsluiter krijgen we uiteraard een handbereide kop koffie van Don Elias zelf.
De oude man legt me in het Spaans uit dat de ouderwetse filterkoffie het beste
is. Opgegoten met heet water. En als je espresso wilt, doe je er gewoon meer
koffie in en minder water. Si señor, muchas gracias!
Op de terugweg neemt onze
paardenman Oscar ons mee over een steil bospaadje dwars door de jungle.
"Jouw paard loopt het liefst voorop, hup, daar rechts omhoog", zegt
hij. Voor ik er erg in heb, kan ik niet meer terug. Het paadje is smal en door
de regen is het er spekglad. Geen modder waarin je wegzakt maar harde klei waar
je geen grip op kan krijgen. De paarden krabbelen onder ons en proberen op de
been te blijven. Ondertussen coach ik Leon achter me. "Je kunt niet terug,
verdeel je gewicht, vertrouw het paard". Jezus, hier vind ik echt geen lol
aan. Eenmaal weer op het verharde pad legt Oscar me uit dat de paarden van het
ras Criollo gefokt zijn voor dit terrein. Naar wat we later begrijpen,
ondernemen ze ook tochten met paarden het dal in. Ze sliden dan bijna
letterlijk op hun kont naar beneden. Mij niet gezien hoor! Ook waden ze met de
paarden door rivieren en over keien. Ik begrijp nu wel dat de rijstijl die wij
in Nederland 'western' noemen niet voor de show is, maar afgeleid van de
werkpaarden in gebieden als deze. Voor alle paardenliefhebbers, de paarden
zagen er goed verzorgd uit, anders hadden we deze rit uiteraard niet gedaan.
Paarden hier leven, net zoals de mensen eigenlijk, in een ander leefgebied en
zijn daarop blijkbaar aangepast.
De laatste dag in Salento ondernemen we de wandeling door de
Valle de Cocora, een vallei waarin wax palms groeien. De nationale boom van
Colombia die alleen hier groeit. Het is een prachtige wandeling van een uur of vier door het dal heen en daarna de berg op om over de bergrug terug te lopen naar
beneden. Het uitzicht op de top is prachtig. De lucht is kristalhelder. Ik
begrijp die term nu. Op deze hoogte van bijna 3000 meter is de lucht niet
gewoon helder. De lucht heeft een sprankeling, een felheid, alsof de lucht
weerkaatst wordt door duizenden kristallen. Wat is dit mooi! We krijgen er
spontaan een wintersportgevoel van. Het contrast kan eigenlijk niet groter als er voor ons een
kolibrie zweeft, beheerst wapperend met zijn vleugels om stil in de lucht te
blijven hangen. We zijn toch echt in de tropen. Het wolkendek is in beweging en
langzaam trekken de witte dotten voor de bergtoppen en verspreiden ze zich door
de vallei.
We beginnen af te dalen en lopen stiekem van het pad af de
graslanden in waar de palmen staan. Het is een beschermde boom en groeit alleen
hier tussen de 1500 en 2500 meter hoogte. We gaan in het gras liggen en ik kijk
omhoog. De zon schijnt nog. Het warme gevoel van een lentedag na een lange
winter daalt op ons neer. Vreemd hoor als je al twee winters gemist hebt. Hier
vind ik mijn happy place. Zo'n plaats die je laat glimlachen van geluk als je
er aan denkt. Dan dalen we verder af
voordat de regen haar ronde zal gaan doen. We nemen de collectivo terug naar
Salento en gaan onze spulletjes inpakken. Vannacht gaan we naar het vliegveld
en vliegen we terug naar Puff.
Het land is goedkoop, maar niet spotgoedkoop. Voor de acht dagen backpacken, inclusief twee busritten van 3 uur en 8 uur en vier vliegtickets
(2 pp), zijn we 800 euro kwijt. Iets meer dan de helft zijn we kwijt aan
vervoer en hostelkosten. De vliegtickets zijn heel goedkoop. De andere helft besteden we aan eten, drinken en uitstapjes. Dat lijkt mee te vallen, maar vergeet niet dat
we alleen maar in backpackershostels hebben gezeten die een fractie kosten van
hotels. We hebben niet zelf gekookt en dus minimaal twee keer per dag ergens
een hapje en drankje gedaan. Tel de havenkosten voor Puff erbij op en we leven
alweer ruim boven ons maandbudget. Zucht. Na in totaal elf dagen backpacken gaan
we daarom de trekking naar Ciudad Perdida aan ons voorbij laten gaan. Een mens
moet keuzes maken én we willen nog wat te wensen overhouden...voor een
toekomstige zeilreis misschien? Laten we eerst maar even in het heden blijven.
Ons pakketje met onderdelen van Aries is aangekomen, wat betekent dat we de
windvaanstuurinrichting kunnen repareren. Maar uiteraard niet voordat we
invoerbelasting betalen. Dat zouden we niet moeten als ship in transit, maar
daar denken ze in Colombia blijkbaar anders over. En zo wordt het pakketje door
verzendkosten en belasting in prijs verdubbeld. Ook nu weer, zucht. Maar zonder
Arie komen we er niet, dus we zijn blij dat we de reparatie kunnen
uitvoeren.
We wachten nu op goed weer voor de volgende oversteek naar Panama. Óp naar Kuna Yala waar we kennis gaan maken
met de Kuna indianen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten