zaterdag 20 februari 2016

Tranen. Trots. Toekomst.

Opkrabbelen, opstaan en doorgaan, stap voor stap, iedere dag is er weer een. Oerkrachten doen ons overleven. Een traan en een lach. Gemis en mooie herinneringen. Momenten waarin we weer durven te genieten, momenten van schuldgevoel. Hoe kun je nou zomaar doorgaan na het overlijden van een vader, onze kapitein? En dan tikt er weer een seconde weg, de wereld draait door en wij zetten vanzelf een stap, een stap naar de toekomst. Het leven neemt veel. Maar het leven geeft ook veel. Het geeft ons de tools die we nodig hebben om met dit verlies te leven. Het geeft moed, het geeft vertrouwen, het geeft wilskracht. 

Hoe ziet onze toekomst eruit? Jeetje, wisten we het maar. We hebben zoveel blijken van medeleven ontvangen, vele mensen die ons een hart onder de riem staken en zeiden dat we geen overhaaste beslissingen moesten nemen. Beslissingen; daar hadden we überhaupt geen tijd voor de afgelopen weken. Gelukkig maar misschien. Want nu kunnen we beslissen dat we Puff houden. Puff, ons huisje, ons maatje, onze veilige haven. We willen haar terug halen. Terug zeilen zullen we niet want we willen moeders niet zo lang achter laten. Maar Puff komt terug. Ze is deel van ons verleden én van onze toekomst. Dat weten we nu zeker. We willen nog graag een tijd op haar wonen, mooie reizen met haar maken in Europa. We durven naar de toekomst te kijken, we durven weer een beetje te dromen. Ja, we zoeken een weg, we kijken vooruit én we kijken terug. Het verleden blijft. Het verleden is. Jan was. Vergeten zullen we nooit. 

San Blas was absoluut een hoogtepunt. Onze eerste film over San Blas, over onze ervaringen in het oostelijke deel van Kuna Yala, is klaar en kun je hieronder bekijken. Ga er even voor zitten want de film duurt iets langer dan onze eerdere filmpjes, 12 minuten. 12 prachtige en indrukwekkende minuten lang. Life will never be the same after San Blas! Wat ben ik trots op deze film. Wat ben ik trots op onze ervaringen. Wat kan het leven mooi zijn! 



zondag 14 februari 2016

Vaarwel kapitein




Alle hens aan dek
Op zoek naar de uiterton
De mijlen vliegen voorbij
We zijn klaar voor de wending

Geen ton
We gaan niet overstag
Nooit meer ga jij overstag
Jij gaat alleen nog voor de wind

Jouw daden
Gewezen herinneringen
Geen reden, geen zin
Gewoon de volgende in rij

Maar gewoon was je niet
Je was onze kapitein
Onze poolster
Het ware noorden

Drumgeluiden van een steelband weerklinken
Een lach op mijn gezicht
Jij de piraat, ik de prinses
Voor altijd in dans verbonden

Vaarwel Jan



zaterdag 6 februari 2016

Een doodlopende weg

Als je de strijd verliest, voordat hij begint... 

We zijn drie weken in Nederland. Slechts drie weken. Wat kan er veel gebeuren in drie weken. Het is een rollercoaster. Eigenlijk is het met de gezondheid van onze dierbare vader Jan alleen maar bergafwaarts gegaan sinds we thuis zijn. We leven tussen hoop en vrees maar zijn steeds strijdlustig. We houden elkaar op de been met mooie quotes als 'klaar voor de wedstrijd' en 'we slaan rechtsaf'. Helaas lijkt het er steeds meer op dat de afslag te ver is. 

De snelweg waarop we zitten loopt door onontgonnen terrein en heeft weinig bochten of afslagen. Het is een weg waarop razendsnel gereden wordt en de bestemming is 'het hiernamaals'. Toch zijn er wel verschillende afslagen. Afslagen met namen als moleculaire behandeling of immunotherapie. Deze afslagen leiden naar wegen die ook bestemming 'het hiernamaals' hebben. Maar deze wegen zijn langer en de maximum snelheid beperkt. Op deze omwegen zouden we de tijd hebben om om ons heen kijken, ons te kunnen oriënteren. Het woeste terrein zou kunnen plaatsmaken voor heuvels begroeid met kleurige bloemen. We zouden kunnen stilstaan bij een mooi bergmeer, kunnen glimlachen en genieten van elkaars gezelschap, elkaar vasthouden en samen de weg berijden. Maar waar zijn die verdomde afslagen? 

Probleem is dat we niet weten waar we zitten op de snelweg. Bij welk hectometerpaaltje zitten we? De dokters doen hun best om dat te bepalen. Er worden scans uitgevoerd en we wachten.  Er wordt een biopt genomen en we wachten meer. Dan een onverwachte wending. Het is geen uitgezaaide longkanker, maar uitgezaaide melanoomkanker. Een ziekte die Jan achteraf al 18 jaar met zich meedraagt. Sinds er op 42 jarige leeftijd bij hem een kwaadaardige moedervlek verwijderd is. Het biopt wordt overgedragen aan een ander ziekenhuis. Weer wachten. Alles bij elkaar wachten we drie weken. Slechts drie weken. Drie lange weken. 

En in die weken razen we noodgedwongen verder op de snelweg. Het terrein wordt woester, de luchten kleuren grijszwart en we wanen ons in een maanlandschap. Onaards, onmenselijk. Het gaat snel bergafwaarts met Jan. De kanker neemt de overhand. Waar zijn toch die afslagen? Afgelopen vrijdag kregen we nieuws. Een bepaalde mutatie blijkt aanwezig in Jan's kankercellen. Eindelijk weten we bij welk hectometerpaaltje we ons bevinden. We gaan op zoek naar de afslag moleculaire behandeling. Die afslag ligt op zes dagen rijden. Slechts zes dagen rijden op topsnelheid, dan zijn we er. Nog maar zes dagen. Zes lange dagen. 

Ondertussen krijgt Jan alvast een bestraling van zijn hoofd. Om de symptomen van de uitzaaiingen in de hersenen te drukken. Een nekslag blijkt nu. Zijn lichaam kan de bestraling niet aan. Hij is te ziek. De kanker is genadeloos. We raken bijna van de weg. Dit zag niemand aankomen. We zijn verbijsterd. Jan was steeds zo sterk, sliep veel, maar at normaal en was geheel zelfstandig. We zagen een zieke maar sterke man, niet een man wiens einde nadert. De kanker neemt ons in de maling en blijkt al veel verder gevorderd dan Jan zelf, wij en de artsen kunnen vermoeden. Het gaspedaal wordt verder ingetrapt. We razen voort. Wie bestuurt deze auto? Wie is er zo harteloos? Zitten we dan toch al te veel richting het eind van de snelweg? Te dicht bij onze bestemming? Jan zet door. Hij vecht, hij valt aan, wij verdedigen. Nog vier dagen tot de afslag. Zijn lichaam geeft op. Zijn lichaam is op. De afslag is te ver, de bestemming te dichtbij. We durven niet meer te hopen. We willen dat het lijden stopt. Maar wanneer stop je? De keuze is aan hem. 

Ze hebben het altijd over fasen van verwerking. Shock, verdriet en boosheid, dan vechtlust, berusting en uiteindelijke acceptatie. We hebben geen idee waar we zitten. We leven op de automatische piloot. Het zijn wederom de oerkrachten die het overnemen. De oerkrachten waar ik eerder tijdens onze oceaanoversteek al over schreef. Toen voelde ik ook hoe oerkrachten het overnamen. Een natuurlijk overlevingsmechanisme. Niet het verstand, oftewel de wil, regeerde maar de geest. De geest overstemde het het gevoel, beheerste het lichaam en wees ons de weg. Ook nu neemt de geest het over. Verstand en lichaam volgen. We worden volgers. 

We staan erbij en kijken ernaar, volkomen machteloos. We kunnen het niet bevatten, niet begrijpen. Iedere dag weer dat moment dat je wakker wordt, diezelfde shock iedere ochtend. De vraag hoeveel kilometer we die nacht hebben afgelegd. De vrees dat we de afslag missen of niet halen. Geen tijd om om ons heen te kijken. Geen tijd om te denken. Laat staan om te praten of om afscheid te nemen. Zitten we nog in de shockfase? Is dat de reden dat we geen oriëntatie hebben, geen besef. Het besef is uitgeschakeld. We hebben geen tijd om fases te doorlopen. We worden het diepe in geduwd. Van shock naar afscheid in drie weken. Het is wreed. 

Toch is er ook een andere zijde aan dit wrede verhaal. Jan heeft 18 jaar extra de tijd gekregen. 18 jaar waarin hij zijn kinderen kon vormen, waarin hij genoot van het leven met de liefde van zijn leven. 18 jaar waarin hij opa is geworden en getuige van ons huwelijk in Curacao. Deze momenten zijn hem gegeven. En wij hebben zoveel moois van hem gekregen. Ik ken Jan nu tien jaar. En ik ben gezegend dat ik hem die jaren heb gekend. Zijn positivisme, aanstekelijke levensvreugde en talent om ieders hart te raken. En dat moeten we nu koesteren. Het leven is wreed. Het leven is mooi. Ik besef iedere dag hoe mooi het leven is. Zelfs nu. Hoe het leven je in uitersten dwingt, je dwingt aan te passen aan de meest uiteenlopende situaties. Hoe wreed ook. Hoe het leven je ook de weg wijst. Op dit moment met harde hand. Afstand doen en omarmen. We omarmen elkaar. Samen vinden we altijd een weg. Ook nu. Ook zonder Jan. Samen zijn we sterk. Dat geeft vertrouwen.