Imagine. Stel je voor. Een rots als eiland, ontoegankelijk, onbegaanbaar. En toch is het bewoond. Bewoond door 1800 inwoners, van Europese komaf, afstammeling van de Afrikaanse slaven of migranten uit Colombia. De mensen zijn gehard door het leven op een onmogelijke plek. Het zijn vechters, doorzetters en hebben een leven gecreëerd in moeilijke omstandigheden. Dorpen op grote hoogte, wegen langs rotswanden, geïsoleerd van de wereld en toch verbonden. Het leven staat dichtbij de natuur. Als het regent heeft men water. Als het stormt zit men opgesloten achter de luiken. Het eiland is vruchtbaar, maar alleen op de plekken waar de grond niet uit steen bestaat. Daarom is men sterk afhankelijk van goederen die worden ingevoerd van andere eilanden. Eens per week komt het bevoorradingsschip aan. Tenminste, als het weer het toelaat, want een beschutte haven is er niet.
Nu kijk eens beter, zoom eens in. Nu zien we ditzelfde leven in ditzelfde dorp, maar het geheel ziet er paradijselijk uit. Overal waar je kijkt, zie je de oceaan. Er lopen geiten door de bergen, tropische bloemen en planten groeien weelderig uit de voortuinen, de huisjes zijn sprookjesachtig. Ons kent ons. Samen weet men het te rooien. Iedereen draagt bij. Van de Nederlandse bakker tot de Sociale Werkplaats, van de schoolbuschauffeur tot de visjesdienst. Mijn oud-collega Jasper laat ons kennismaken met het eilandleven en we zijn zeer onder de indruk.
Dag 2 van ons avontuur op Saba en we besluiten vandaag met de dinghy naar de haven te varen. Bepakt met de vuile was, zwemkleren en slaapspullen stappen we in de dinghy. De tocht van 2 mijl verloopt prima, alhoewel de oceaandeining toch spannend is vanuit een dinghy. We knopen Puffy vast en stappen bij Jasper in de auto. De eerste stop is het huis van Jasper. We drinken een cappuccino en smullen van een stroopwafel. De meisjes geven een rondleiding door de tuin. Vera van 8, Jette van bijna 6 en Iris van 3 kennen alle planten en kruiden. "Dit is munt, proef maar eens Frieda", zegt Jette terwijl ze een blaadje plukt. "En dit is...(moet even denken) rucola", roept Vera. De dames dartelen vrolijk door de tuin en Iris rent trots achter haar grote zussen aan. Van de bananenboom via de tomatenplant naar de Aloë Vera. Het lijkt me nu al prachtig om op dit eiland op te groeien. De meisjes zijn niet verlegen tegenover 'vreemden'. Jasper geeft aan dat ze op Saba heel vrij zijn geworden door de kleine en betrouwbare community. Wat een schatten van meiden!
Na de koffie wandelen Leon en ik naar het hoogste punt van Nederland. Ik was hier al eens eerder als kleine meid toen we met oma op vakantie waren. Ik herken de steile treden, maar kan me niet herinneren dat ik er als kind moeite mee had. We genieten van de tropische planten en de vogelzang. Alsof we in een volière lopen, zo mooi! Het uitzicht op de top is niet top, maar we waren er! We lopen terug naar Jaspers huis en lunchen met vers brood van de (jawel!) Nederlandse bakker met kaas. Wat kan een mens daar blij van worden :-)
In de middag neemt Jasper ons en de meiden mee naar het strand. Gina heeft haar knie geblesseerd tijdens de volleybal en kan helaas niet mee. Nu denk je misschien: "Strand? Saba heeft toch geen strand?" Nou, het zouden de Sabanen niet zijn als ze daar niet iets op gevonden hadden. In de baai naast het vliegveldje is een beschutte zwemplek gecreëerd door rotsen in het water te leggen op zo'n 20 meter uit de kust. Vervolgens is een vracht zand uit Sint Maarten aangevoerd.....en voila! een strand! En wat voor een strand. In een prachtige omgeving tussen de bergen en rotsen. De meiden vragen veel aandacht en willen natuurlijk ' vliegen' en 'in de wasmachine'. Ja, dat gezinsleven valt nog niet mee. Maar wij genieten even van de drukke bende.
|
Daar komt de wekelijkse voorraad |
Bij thuiskomst blijkt zich een gezellig gezelschap verzameld te hebben en onder het genot van een drankje vragen we raak over het eilandleven. We horen bizarre dingen. Zoals het feit dat Saba de enige Nederlandse gemeente is waar je in je eigen tuin begraven mag worden. Dat komt omdat het eiland veelal uit gesteente bestaat waarin het onmogelijk is om iemand te begraven. We leren ook dat water op het eiland momenteel erg schaars is omdat het al maanden niet heeft geregend. En wij hadden nog gehoopt uitgebreid te kunnen douchen...Men leeft hier van het regenwater dat wordt opgevangen in tanks onder het huis. In deze watertanks leggen muggen graag hun eitjes. Oplossing? De visjesdienst! De visjesdienst zorgt er voor dat er voldoende visjes in iedere watertank zwemmen om de eitjes op te eten. En dit is geen grap! Verder leren we dat er woensdag boodschappen gedaan moeten worden. Want dan komt het bevoorradingsschip aan en zijn er verse spullen te krijgen.
Als we uitgesmuld zijn van de huisgemaakte Soto-soep van Jasper (Soto-soep was wekelijks vaste prik onder de Cordaid collegae) vragen we of ze het leven op het eiland nooit zat zijn. "De eerste drie maanden waren zwaar, maar sindsdien bevalt het erg goed", zegt Jasper. Gina is als dokter op het eiland de hoofdkostwinner en Jasper zorgt voor de meiden. Daarnaast werkt hij als zelfstandig consultant, is hij o.a. voorzitter van de Sociale Werkplaats en bestuurslid van de school. Vervelen doet hij zich dus zeker niet. En toch is het leven relaxed. Waarschijnlijk omdat er weinig externe prikkels zijn. Je hoeft je niet druk te maken om welke auto je rijdt, welke kleren je draagt of in welk huis je woont. Wat Gina het meest tegenvalt als ze eens per jaar naar Nederland gaan, is de overweldigende drukte die al begint op Schiphol evenals de schreeuwende reclames waarmee je in Nederland wordt doodgegooid. Misschien gaan wij dat ook zo ervaren als we 1 juli landen op Schiphol :-). Eens per drie maanden moeten ze naar eigen zeggen wel even van het eiland af. Dan gaan ze een weekendje naar Sint Maarten. Daar kunnen dan gelijk de grote inkopen gedaan worden. De écht grote inkopen zoals een wasmachine moeten per boot naar Saba worden verscheept. Kleine dingen als een doos frikadellen, die af en toe te koop is, brengen een extra sprankje geluk.
|
Jasper laat ons de Sociale Werkplaats (groentetuin) zien |
Het klinkt ons allemaal prachtig in de oren en het begint zelfs Leon te dagen...hij ziet zo'n leven ook wel voor zich. We zien de parallellen met ons bootleven en het zet ons aan het denken. Slapen lukt die nacht niet echt voor mij. In een heus bed en onder een dekbed liggen we heerlijk, maar het idee dat Puff ligt te dobberen in de oceaan laat me niet los. Na wat uurtjes dutten worden we om 6.30 uur gewekt door 3 meisjes die vol enthousiasme het bed bespringen. Het is lekker dat we vroeg in touw zijn want we willen wel weer terug naar Puff, naar ons eigen drijvende paradijsje.
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan...Bij aankomst in de haven blijft Puffy half gezonken. Éen luchtbuis is helemaal leeg. Gelukkig hangt het motortje nog boven water, Onze Puffy ( een pvc piece of crap volgens de mensen hier) blijkt in de hitte geploft te zijn. Nu moeten we dus een lift regelen naar onze boot. Na wat navragen mogen we de dinghy van de park ranger lenen om onze spullen naar de boot te brengen. Volgeladen met de schone was, een vers brood van de bakker, onze slaapspullen en onze lekke Puffy + motortje, gaan we op weg naar Puff. Om een lang verhaal kort te maken....met Puff was alles in orde en de park ranger zette ons later op de dag na een korte tour rond de westkust weer netjes af aan boord. Kosten? 1 koud biertje! Eindelijk weer aan boord genoten we van de welverdiende rust. We lagen weer helemaal alleen. Wat een sereniteit na enkele spannende dagen met zoveel indrukken. Maar wat hebben we genoten van Saba. Met veel dank aan Gina en Jasper!
De ochtend van vertrek krijgen we nog een gast aan boord. Jasper monstert aan voor de tocht naar Sint Maarten. Onder vol zeil glijden we door het water richting het voor ons laatste eiland van de Caraïben. Een eiland met voor mij veel herinneringen, een eiland waar de cirkel rond wordt. Welke cirkel? Dat komt de volgende keer!