Goh, we zijn inmiddels al een dag of 3 op Dominica. Het
laatste blog ging over de Grenadines 2.0. Tussen deze twee bestemmingen lag
eigenlijk alleen St Vincent. Maar het voelt alsof ik al weken achter loop met
bloggen. Terwijl ik dit schrijf, bedenk ik me nogmaals of het echt wel klopt.
Ik loop de foto´s na, maar ja inderdaad, alleen St Vincent. En toch hebben we
alweer zoveel moois meegemaakt, zoveel foto´s en ervaringen die we willen
delen, dat ik niet weer waar ik moet beginnen. Wat zijn we ook gewoon bevoorrechte mensen dat we dit allemaal mogen zien en meemaken.


Hoe zorg ik ervoor dat dit geen blog wordt met een opsomming
van activiteiten. Toen deden we dit en toen deden we dat… Niet mijn favoriete
blogs om te schrijven en ook niet om te lezen. Alleen foto’s posten dan maar?
Maar foto’s zeggen niet wat je ziet, geven geen toelichting en geven niet aan
wat wij ervaren. Bijvoorbeeld na onze 3 uur durende hike de vulkaan van St
Vincent op. De foto’s laten een wolk zien die in de krater hangt. Ze vertellen
niet hoe ik hijgend en puffend boven kwam, op mijn laatste krachten na een klim
van 1179 meter. Hoe de wind over de kammen raasde en het wolkendek af en toe
opentrok en ons een glimp van de kratermond gaf. Ze zeggen niets over het gelukkige
gevoel dat je hebt na het volbrengen van zo’n klim. De euforie die maar 10
minuten mag duren, want toen moesten we de afdaling weer inzetten voor de regen
zou arriveren. Een perfecte dag!






Misschien geen opsomming van activiteiten schrijven, maar
van ervaringen dan? Met de bus maakten we een tocht naar Chateaubelair in het
noorden van het eiland om uit te klaren. Hier ervoeren we een ander St Vincent,
een St Vincent dat we nog niet kenden. Een stad met weinig economische
perspectieven. Een stad met een duister randje. We kregen een lift terug naar
Cumberland met Loes, schipper van Amanzi, die ook kwam uitklaren. Met een
lokale vriend Yvo reden we langs de plaatselijke boer. Deze boer woont boven op
de bergwand van de Cumberland vallei…wat een plek! Uitkijkend over de vallei
met Puff piepklein in de verte, plukten we onze eigen waxappels en tomaten. We
kregen een kijkje in het leven van de gewone man op St Vincent. Zo’n ervaring
is meer waard dan tien toeristische tripjes.
En toen was het afscheid daar. Het afscheid dat zo
onherroepelijk verbonden is met een reis. Ook al is dit geen vakantie en is het
ons leven, het blijft een nomadenbestaan. Kort en intens voelen we ons
verbonden met de eilanden die we aandoen. We maken deel uit van de community in
de baai. In het voorbijgaan raken we zijdelings het leven van de lokale mensen
aan. We wandelen door een schilderij van kleuren en geuren, prachtige bergen en
groene valleien. En dan is het tijd om te gaan en het ergens anders weer
opnieuw te doen.


Met een mooie wind- en weervoorspelling lieten we St Vincent
achter ons. Op weg naar Dominica dat een etmaal varen verderop ligt. Dubbel
gereefd vlogen we door het water, op momenten met snelheden van 6,9 en 7,1
knopen. Idioot snel voor Puff! Totdat we achter Martinique kwamen en de wind
helemaal wegviel. Door de goede voortgang eerder op de dag, konden we rustig
aan doen en dobberden we bij volle maan met 1,6 en 2,4 knoopjes richting
bestemming. De laatste horde, het Dominica Channel, zette ons nog even op
scherp met hoge golven en flinke buien. En toen lag het volgende paradijs voor
ons.

Dominica. Ze zeggen dat dit het enige eiland is dat Columbus
nog zou herkennen als hij het nu zou zien. De natuur is waar dit eiland om
bekend staat. Het eiland heeft vele watervallen, een boiling lake (letterlijk
kokend meer) hoog in bergen, het eiland moet groener dan groen zijn. Dus kijken
we sinds vertrek uit Nederland al uit naar dit eiland. Gisteren was de eerste
echte kennismaking. Een tour met gids SeaCat die bekend staat om zijn
‘off-the-beaten-track’ tours. Haha, het had niet meer waar kunnen zijn! Samen
met Coen van de Wildeman (vrouwlief Jose was helaas ziek) en de Vlaamse Mark
van Begerto maakten we de trip.




Het eiland verdient eigenlijk een beschrijving van uur tot
uur van alles wat we gezien en gedaan hebben. Dus vergeef me als dit verslag
iets te detaillistisch is… Het was pas de eerste dag, maar het was
overweldigend. Zó mooi, zó groen, zó uitzonderlijk. Een uur lang klauterden we
over grote rotsen en keien en waadden we door de rivier om vervolgens uit te
komen bij de Victoria Falls. Het water stortte naar beneden. Wederom laten de
foto’s niet zien wat je voelt als je daar staat. De kracht van het water is zo
groot dat het bij de voet van de waterval erg winderig is. Het giert om de
oren. Het water maakt een ruisend geluid en je verstaat elkaar nauwelijks. De
druppels en het vocht dringen tot op tientallen meters afstand het woud in. Het
had daags ervoor geregend en de waterval was erg krachtig. Toch konden we van
de rotswand vanaf een paar meter naar beneden springen in de poel. Het water
was lekker van temperatuur en blauw van het sulfaat van het hoger liggende
boiling lake. Op een dag als deze baal je als een stekker dat je geen waterdichte
camera hebt...


SeaCat had nog meer in petto voor ons. We reden verder naar
de windward coast waar we de auto achter lieten en richting de kust wandelden.
Dominica is vernoemd naar de dag zondag. Dat is de dag dat Columbus er langs
voer. Hij kon niet aan land komen omdat het eiland zo steil vanaf de bergen het
water in duikt. Hoe konden wij dan vanaf de bergen naar het strand komen?
Verbaasd keken we elkaar aan toen we touwen langs een wand omlaag zagen hangen.
De wand was bedekt met wortels van bomen die de wand uitstaken. Naar beneden
klauteren, maarliefst 100 meter, dat moesten we. En daarna weer naar boven.
Leon durfde het na 15 meter met zijn hoogtevrees niet aan. Coen is aan zijn
knieën geopereerd en kon deze klim daarom niet maken. Mark is onbevreesd en was
al gauw halverwege. Hup Fennell, gaan met die banaan. Dood- en doodeng vond ik
het. Het is niet alsof we een harnas of zekering hadden… Maar wat een ervaring,
wat een adrenaline, wat een kick! Beneden aangekomen was
het de natuur die de overhand speelde. De zee die op de kust beukt, de dieprode
kleur van het zeewier op het fijne zwarte zandstrand, de rauwe rotswanden en de
verborgen waterval. Woestenij en kalmte in een. Terwijl de zee zich een moment
terugtrok, renden we naar de rots die onder de waterval ligt. Ik klom erop en
ging onder de waterval staan. Koel, zoet, helder bergwater liet ik over me heen
lopen, terwijl ik met mijn voeten in de bruisende, warme, zoute zee stond. Een
unieke plek waar maar weinig mensen ooit komen. Thank God for Dominica! En voor
de gids die me veilig en wel weer aan land en de berg op begeleidde
J.

En
nu heb ik nog niet verteld over hoe groen het eiland is, dat het één groot woud
is, dat er overal vruchten hangen aan de bomen. Over wat een geweldige kleurrijke
stad Roseau is. Dat komt de volgende keer, want we zijn nog niet klaar met
Dominica. Unieke ervaringen... En dat beseffen we ons iedere dag.
Wauw wat geweldig allemaal, echt super wat jullie doen en jullie hoeven er nog niet weg dat geeft wel rust denk ik. Dubbel en dwars genieten van al het moois wat de aarde heeft. Groetjes en een fijne tijd toegewenst. Ben en Petra
BeantwoordenVerwijderenWauw wat geweldig allemaal, echt super wat jullie doen en jullie hoeven er nog niet weg dat geeft wel rust denk ik. Dubbel en dwars genieten van al het moois wat de aarde heeft. Groetjes en een fijne tijd toegewenst. Ben en Petra
BeantwoordenVerwijderenLeuk zeg al die foto's, je hebt het zeker hartstikke leuk gehad.
BeantwoordenVerwijderen