zaterdag 30 april 2016

Cuba Cuba Cuba

De Puff is in Cuba! En wij natuurlijk ook. Afgelopen maandagochtend namen we in Grand Cayman afscheid van onze vrienden van de Ebijmar en Rafiki. De Ebijmar ging op weg naar de westpunt van Cuba, de Rafiki naar Honduras en wij naar de zuidkust van Cuba. De oversteek was ruim een etmaal en dinsdagmiddag liepen we het Cubaanse eiland Cayo Largo aan.

Het inklaren verliep erg soepel. Het was wel een tijdrovende zaak. De havenmeester sprak prima Engels en verwelkomde ons enthousiast. Daarna vroeg hij ons aan boord te blijven en onze paspoorten aan hem te geven. De dokter zou er zo aankomen evenals enkele andere beambten. "Oke, prima, we gaan nergens heen señor". De dokter kwam niet aan boord en vroeg ons vanaf de steiger of we de laatste 10 dagen in Afrika geweest waren, of we last hadden van diarree en andere dingen die we niet verstonden. Ad rem antwoordde Leon op alles nee. Daarop wilde de dokter alleen nog even onze temperatuur opmeten. Met een moderne thermometer, op basis van infrarood schat ik, nam hij de temperatuur op bij ons voorhoofd. We werden gezond verklaard!

Daarna kwamen er twee beambten van het Ministerie van Landbouw aan boord. Zij kwamen ons het beleid uitleggen met betrekking tot het meebrengen van voedsel naar Cuba. We kregen een mooi briefje, dat helaas alleen in het Spaans beschikbaar was, waarop stond wat allemaal niet mocht. De man vertaalde ter plekke voor ons dat het niet was toegestaan eten vanaf het buitenland in te voeren. Dus we mochten geen eten van boord mee aan wal nemen, geen etensresten overboord gooien, en het vuilnis moet in speciale plekken in havens worden ingeleverd. Vervolgens ging deze meneer verder dat ze in Cienfuegos en Havana vooral streng waren maar dat ik hier mijn verswaren best aan boord mocht houden. Aha, is Cuba zo'n gevalletje van: "niets mag maar alles kan?" We moesten het wel opeten voordat we een van de grote steden aandoen. Toch doken de twee meneren onze voorraadkasten in. Bekeken met een vergrootglas onze aangesneden en met zwarte randen uitgeslagen kool, de aangesneden selderij, de aardappels en meer. Het was een mooie show. Alles mochten we aan boord houden, zelfs onze eieren.

Tenslotte kwam de douanebeambte aan boord. Hij dook de kajuit in en keek om zich heen. Trok een klerenkast open en zei vervolgens dat alles in orde was. Dat was simpel! Omdat het inmiddels al na vijven was, moesten we de volgende ochtend terug komen om het visum af te ronden. We mochten wel gewoon voor anker. En zo geschiedde. De volgende ochtend haalden we onze paspoorten op, haalden geld af bij de bank en betaalden 75CUC (gelijk aan een 75 USD) per persoon voor ons visum en 55 CUC (55USD) voor het inklaren. Een kleine 200 euro armer en we waren legaal in Cuba!

Ons plan is om via de zuidkust van Cuba naar het westen te varen. Uit de kust liggen enkele eilanden en archipels waar je met je zeilboot beschut kunt varen en ankeren. Het ronden van de westpunt is altijd even spannend, want kapen zijn apen, zoals Marielle van de Windoversea ooit schreef. En dit is een KAAP met KAP-itals. Vanaf daar zeilen we noordoost richting Havana om daar de Cubaanse cultuur op te snuiven. Tot nu toe loopt alles volgens plan.
 
 
 
In Cayo Largo kwamen we tegelijk binnenvaren met de Nederlandse zeilboot Blabber. We hadden al met Ing en Ben gemaild en verwachtten ze daar te zien. Samen ontdekten we het kleine eiland in een toeristentreintje en maakten een strandwandeling. Cayo Largo heeft slechts hotels en verder niets. Het strand was ruig en de kleuren blauw waren adembenemend. De mannen namen een duik in het zwembad van een van de hotels. Niemand die daar iets van zegt. Tja, alle hotels zijn van de overheid en iedereen krijgt zijn overheidssalaris uitgekeerd. Geen 'ownership' zoals we dat in de ontwikkelingssamenwerking noemen. Dus het zal ze een worst wezen of jij een plons neemt.
 
 
 
Dezelfde dag klaarden we alweer uit om donderdag te kunnen vertrekken naar Isla Rosario. In Cuba moet je tussen havens in- en uitklaren zodat de overheid kan volgen waar je bent. Je mag ook absoluut geen mensen aan boord nemen bijvoorbeeld. En we horen van de Blabber dat hen gesommeerd is de dinghy altijd goed af te sluiten. Niet omdat hij anders gestolen wordt, maar omdat men bang is dat Cubanen ermee vandoor gaan, het land verlaten. Zo wordt alles hier gecontroleerd. Bij onze stop in Isla Rosario merken we hier in ieder geval niets van. Het is een natuurgebied en hier wordt niets gecontroleerd. Een drietal Cubaanse biologen die hier zijn gehuisvest komen ons lobsters aanbieden. We ruilen drie grote lobsters tegen twee borden, twee blikjes bier en wat visgerei. Met de Blabber en een andere Nederlandse zeiler Rob houden we een strand-BBQ. Rob vaart al jaren en jaren rond op zijn catamaran. Hij verzamelt conch-schelpen en laat ons kennismaken met deze delicatesse. We stoken een fikkie, koken de conch in zijn eigen schelp in het vuur om ze vervolgens nog even te grillen. We proeven een stukje. Het is net rubber, maar de smaak is heerlijk. Eerlijk is eerlijk, doe mij toch maar de lobster. Het wordt weer een unieke avond. Unieke mensen. Uniek eiland. We kunnen nu al geen genoeg krijgen van Cuba.
 
 
Vandaag zijn we uitgenodigd bij de biologen aan wal voor een vis- en lobster BBQ. Aardige gasten die Cubanen! We houden jullie op de hoogte van wat we meemaken!

P.S. De komende weken hebben we geen toegang tot internet en plaatsen we de blogs met behulp van onze SSB zender. De foto's komen dus wat later!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten